door Els Meeuse, 7 april 2021

 

Hoe zie je de werkelijkheid als je psychisch de weg kwijt bent geraakt? De engelen van Elisabeth is een beklemmend boek, over een vrouw van begin twintig die verdacht wordt van moord op haar twee dochters. Het mystiek getinte verhaal speelt zich af in 1890, in de buurt van Dordrecht. Elisabeth de Lange wordt opgenomen in een gesticht. Heeft ze haar kinderen zelf omgebracht of is de beschuldiging vals? Florijn beantwoordt de vraag pas helemaal aan het eind van het verhaal.   
  

Els Florijn, die voor het schrijven van dit boek een beurs van het Letterenfonds ontving, baseert zich op historische bronnen. Zo put ze uit Mijne ervaringen in het krankzinnigengesticht te ’s-Gravenhage van Johanna te Gempt (1892). De overtuigende verantwoording na het verhaal is schokkend.     

Elisabeth mag maar weinig meenemen als ze wordt opgepakt. ‘Ik bind mijn zondagse jurk en mijn nachtgoed in een versleten sloop. Meer heb ik niet, behalve mijn kantkloskussen en mijn spieraam met tule erin. Ik wrijf met mijn duim over mijn wijsvinger, voel de vereelte toppen raspen. Het kriebelt vanbinnen om te scheppen, mooi te maken, alles te vangen in complexe patronen.’ De tekst heeft iets poëtisch in zich. Het kantklossen is voor Elisabeth het enige waar zij echt greep op heeft, een middel om te ontsnappen aan de gruwelen van het gesticht waar ze zich in bevindt. Ze mist haar zoontje Jan. Het kantklossen verzacht dit gemis, zoals Penelope nachtenlang aan het weefgetouw zat, wachtend op de terugkeer van haar geliefde Odysseus. ‘Elk kantwerk is gemis.’ Het kantklossen staat in het verhaal ook voor het aangaan van verbindingen met anderen. Elisabeth is soms bang om zich te hechten, bang voor de relatie met anderen. Deel uitmaken van een weefsel moet vermeden worden. En toch dreigt het te gebeuren wanneer dokter Loman haar serieuze vragen stelt over haar verleden. ‘Onze woorden zijn als de draden waarmee ik mijn kant klos.’

 

 

Elisabeths beleving van de werkelijkheid heeft een mystiek karakter. De drieëntwintigjarige stijgt in het verhaal uit boven zichzelf. Haar leven is een voortdurende poging om het gat in haar middenrif, geslagen door een engel die ze als kind gezien heeft, op te vullen. De engel heeft bij hun ontmoeting iets essentieels in haar weggenomen. ‘Ik wilde wegkijken, maar dat kon ik niet; en terwijl hij naar mij keek, voelde ik binnen in mij iets breken. Tot diep in mijn hoofd kon ik horen hoe iets binnen in mij het begaf met een geluid als van een scheurende stof, en achter het breken was een donker gat.’ Vanaf die tijd speelt het donkere gat in haar middenrif soms heftig op, ook als ze opgenomen is in het gesticht. Opgesloten in een onbarmhartige wereld, waar koude douches, slagen met sleutels en honger of dorst lijden als normaal worden gezien. Slim als ze is, weet Elisabeth op den duur ’s nachts af en toe naar buiten te gaan. Tijdens deze nachtelijke wandelingen bezoekt ze steeds een klein kapelletje in de tuin. Deze bezoekjes vervullen haar dusdanig dat ze trilt van blijdschap. Als kind kende ze dat gevoel al. ‘Aan de muur hangt, half in het donker, half in het maanlicht, een houten kruis. […] Ik houd mijn ogen gesloten en een diepe rust en suizende kalmte trekken door mij heen, mijn vingers tintelen.’

Haar bezoekjes aan het kapelletje zijn lichtpuntjes, net als de gesprekken met dokter Loman. En daarnaast sluit ze vriendschap met Anne, een vrouw die vanwege te veel melancholie opgenomen is. Al bij de eerste ontmoeting is er de vreugde van onverwachte vriendschap. ‘Ik leg even mijn vingers op haar hand en dat is het moment waarop ik voel dat we verbonden worden, dat haar ziel de mijne raakt, en als ik haar aankijk, weet ik dat zij dat ook zo voelt.’

 

De woorden van Florijn dringen diep in je door. De beeldende schrijfstijl versterkt het intense karakter. ‘De rest van de dag had iets gerafelds, er bleef een triest gevoel in mij hangen.’ Het zou zomaar kunnen dat je als lezer bij het dichtslaan van het boek met eenzelfde gevoel achterblijft. En toch is De engelen van Elisabeth de moeite van het lezen waard, alleen al vanwege de historische setting. Het rauwe karakter van een tragedie kan helend werken, vertelde Aristoteles duizenden jaren geleden al. Het lezen van een tragisch verhaal zuivert onze emoties en maakt de weg vrij voor nieuwe, mooie gevoelens. Kortom, tijd voor een afhaalafspraak bij de lokale boekhandel. 

 

Els Florijn, De engelen van Elisabeth. Uitg. Kok Boekencentrum, Utrecht 2020, 256 blz., € 21,99.

Submit to FacebookSubmit to Twitter