door Michiel van Diggelen, 15 maart 2021
Als student wilde ik naar Odessa, omdat die stad in de beschrijving van Konstantin Paustovski zo aantrekkelijk werd voorgesteld. Ik prijs mij gelukkig dat Paustovski mij in zijn boeken heeft laten meebeleven wat hem fascineerde en trof in de diverse landschappen en steden waarin hij woonde en waar hij naartoe reisde. In dit verband is een verhaal, in de pas verschenen dikke bundel De muziek van de herfst waard om speciaal genoemd te worden. Het heet ‘Etiketten voor koloniale waren’ (1924) en betreft een ontmoeting van de schrijver met een graatmagere graveur (uit het gehucht Kletsk) die etiketten voor koloniale waren maakt, waarop allerlei bestemmingen en herkomsten van die koloniale waren staan afgebeeld. De man heeft een kamer met wanden vol door hem gemaakte etiketten en zegt: ‘U kunt een wereldreis maken zonder de kamer uit te hoeven.’ De graveur stelde zich als kind al die vreemde plaatsen voor en is vast van plan naar Palestina te reizen, maar door omstandigheden komt hij daar nooit. De verhalen van Paustovski zijn als de etiketten van de graveur, ze kunnen de reislust opwekken, maar zijn als leesvoer, alleen in je kamer, ook een overlevingsmaal in het reisloze tijdperk.
De Russische schrijver Konstantin Paustovski (1882 – 1968) groeide op in de maalstroom van indrukwekkende gebeurtenissen. Hij was ooggetuige van de Revoluties van 1905 en 1917 die een eind maakten aan het bewind van tsaar Nicolaas II. In de Eerste Wereldoorlog was hij ziekenverzorger aan het front en in de oorlog tegen Hitler werkte hij als oorlogscorrespondent. Zijn leven gaat langs vele scharnierpunten van de twintigste eeuw. Als jonge man verlangde Konstantin naar reizen om getuige te kunnen zijn van de botsingen van menselijke hartstochten. Als kind leed hij aan exotisme, een ‘gloeiende zucht’ naar het vreemde. In de saaie woning in Kiev waar zijn kindertijd zich afspeelde ruiste voortdurend de wind van het onbekende om hem heen, die werd opgewekt door zijn jongensachtige verbeelding.
Toen hij eenmaal schrijver was geworden ging hij daadwerkelijk op reis en liet hij de kunstmatigheid van het exotisme achter zich. Hij liet zijn verbeelding los op de werkelijkheid en ontlokte aan de vreemde omgevingen een ‘lyrische meerwaarde’ om met Cornelis Verhoeven te spreken. Hij zocht naar een extra, maar moeilijk te bespeuren schijnsel in de werkelijkheid om zich heen. Zoals een spotje bepaalde details van een schilderij kan uitlichten, zo lichtte hij speciale details uit in zijn omgeving en ving die in woorden. Daarbij gebruikte hij alle zintuigen, waardoor het lezen van zijn werk een intense ervaring is. Die manier van kijken liet hij niet alleen los op landschappen en omgevingen, maar ook op mensen, vaak onopvallende mensen aan de rand van zijn blikveld.
Paustovski is in Nederland vooral bekend geworden door de prachtige vertalingen van zijn werk door Wim Hartog. Deze vertaler heeft diens proza omgezet in heldere, ritmische zinnen, die vanzelf lezen. Hij vertaalde onder meer diens veelgelezen herinneringen in de cyclus Verhaal van een leven. Deze nieuwe verhalenbundel bevat een keuze uit de verhalen die Paustovski schreef tussen 1912 en 1966. Jammer genoeg verantwoordt de vertaler zijn keuze niet, dat is wel een smetje op de uitgave.
De verhalen in deze bundel spelen zich voor een deel buiten Rusland af. Paustovski verhaalt over het ‘Rome-gevoel’, een universele zintuigelijke gewaarwording, beschrijft een ontmoeting aan de kade van Napels, een bezoek aan de Bulgaarse vissershaven Sozopol en geeft in het verhaal ‘De lichten van Het Kanaal’ indrukken van een reis naar Engeland: ‘In Engeland lijkt de tijd om een onbekende reden een rustig verloop te hebben, terwijl de geschiedenis van het land juist vol troebelen en bloedige gebeurtenissen is.’ In Paustovski’s verhalen resoneert de hele geschiedenis van dat land mee. In het reeds genoemde ‘De lichten van Het Kanaal’: ‘Dat waren ze dus, de weergaloze lichten van Duinkerken, laaiend zoals het Bijbelse brandende braambos, op de plek waar hele regimenten jonge Engelsen door de monsterlijke bombardementen levend verbrandden.’
De meeste verhalen in deze bundel spelen zich af in Rusland. Paustovski vergat nooit de schoonheid van zijn vaderland. Vooral de, op het eerste gezicht, saaie gebieden zonder spectaculair natuurschoon, hebben zijn voorkeur. In het verhaal ‘De Mesjtsjora’ beschrijft hij zo’n gewone streek, die ‘van dag tot dag rijker, gevarieerder, hartveroverender wordt.’ Paustovski zoekt het bijzondere in het gewone. ‘Ik hou van de Mesjtsjora omdat deze een heel eigen schoonheid heeft waarvan de pracht zich niet onmiddellijk maar slechts geleidelijk openbaart.’ Ik denk dat deze manier van omgaan met de dagelijkse woon- en leefomgeving in deze coronatijd voor velen tot troost kan zijn, nu we niet meer naar verre oorden mogen reizen. In de als voorwoord bij de bundel gekozen tekst schrijft Paustovski: ‘Het gelukkige gevoel van de nabijheid van je eigen landstreek, van geconcentreerdheid en innerlijke vrijheid, van koesterende gedachten en ingespannen arbeid.’
Een van de verhalen wordt vooraf gegaan door een citaat van de Indiase schrijver Panje Mangesh Rao: ‘Onder alle volken komen mensen voor die door onrust bevangen zijn. Sommigen worden gedreven door de onstuimige volheid van hun geestelijk leven, anderen door de leegte ervan. De geestelijk armen beelden zich in dat zij verrijkt terug zullen komen maar laten overal slechts onrust en verwarring achter. De geestelijk rijken echter leveren de overige mensen de vruchten van hun zoektochten en heel vaak zijn hun gedwongen omzwervingen een weldaad voor degenen die zij onderweg tegenkomen.’
Paustovski was een man met een onstuimig, vol geestelijk leven, gezegend met een enorme verbeeldingskracht voor wie geldt, om met een variatie op een lied van de Brabantse troubadour Gerard van Maasakkers te spreken: ‘In zunne kop ziet ie alles!’
Konstantin Paustovski, De muziek van de herfst. Verzamelde verhalen. Samengesteld en vertaald door Wim Hartog. Uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam, 2020, 653 blz., € 39,50.